Om dit te begrijpen moet men vooreerst weten dat de lever een belangrijk orgaan is in het leveren van energie onder vorm van suikers.

De lever is de reserve plaats aan suikers die daar opgestapeld liggen onder de vorm van glycogeen. Op elk moment kan de lever dit glycogeen indien nodig opnieuw vrijzetten onder de vorm van suiker indien nodig.

Wat gebeurt er nu bij het drinken van alcohol? Bij het drinken van alcohol (die vrij snel wordt opgenomen) wordt dit vrijzetten afgeremd waardoor de bloedsuiker zich minder adequaat kan aanpassen.  Bij daling van de suiker zal bij ieder van ons dan ook elders in het lichaam een reactie ontstaan waardoor de suiker toch op peil gehouden kan worden: door bv. de eigen insulinesecretie te verlagen.

Dit is niet het geval bij mensen met diabetes.

Bij mensen met diabetes wordt de controle van de bloedsuikerspiegel meestal behandeld met medicatie (pillen of insuline). En juist hier knelt het schoentje.

Het lichaam kan hier de insulinespiegel zelf niet meer aanpassen omdat of deze reeds toegediend is (insuline-injecties) of dat de pancreas  (reserve orgaan voor insuline)  gestimuleerd wordt door de medicatie. Wij kunnen hier bij wijze van spreken zeggen dat wat er in zit, er niet meer uit kan.

Daarom ook is het zo belangrijk dat er koolhydraten ter beschikking staan voor deze mensen.

  1. Het brood op tafel kan aldus een eventuele daling van de bloedsuikerspiegel voorkomen en een “hypoglycemie” vermijden.

Vele diabetici kunnen hun suikers meten via een vingerprik en zo In functie van de bloedsuikermeting het nodige doen om een daling te vermijden: het restaurant vermijdt problemen, en de klant is tevreden.

  1. Alcohol op een nuchtere maag wordt nog sneller opgenomen waardoor deze daling nog sneller optreden kan.
  1. Belangrijk om weten is dat alcohol ook laattijdig de suikers kan doen dalen (omdat er bij de aanvang voldoende was en dat men te weinig koolhydraten tot zich heeft genomen). De koolhydraat bevattende snack kan dan ook problemen op de terugweg naar huis voorkomen (in de wagen en op straat)

Een lekker glas wijn bij de maaltijd is nooit te versmaden. Maar mag iemand met diabetes wel wijn of alcohol drinken?

Absoluut ! Maar zoals met alle goede dingen in het leven, met mate. De algemene regel is 1 glas alcohol voor een vrouw en 2 glazen voor een man. Een glas is 10 cl wijn of champagne, 25 cl bier, 5 cl sherry of porto en 3 cl whisky of cognac. Elk glas is goed  voor 8-10g alcohol

alcohol.

Het is ook goed om niet elke dag alcohol te drinken, om gewenning te voorkomen. Teveel alcohol drinken kan bovendien de gevoeligheid voor insuline verminderen waardoor type 2 diabetes kan ontstaan. Alcohol kan ook veel koolhydraten bevatten die de bloedsuiker verhogen. Zo kan een pint donker bier evenveel koolhydraten hebben als een stuk pizza. Teveel drinken kan dus overgewicht veroorzaken en daardoor het risico op type 2 diabetes verhogen.

Wijn en schuimwijnen worden gemaakt van druiven. Tijdens de gisting worden de aanwezige suikers omgezet in alcohol. Maar niet altijd zijn alle suikers uitgegist en dan bevat deze wijn nog een percentage restsuiker. Witte wijnen en zoete wijnen hebben meer restsuiker dan rode wijnen. Daarom is het interessant om altijd de hoeveelheid restsuiker te kennen van de wijnen die je drinkt.

Alcohol kan dus snel de bloedsuiker verhogen, maar heeft als eigenaardig neveneffect dat het na enkele uren de bloedsuiker verlaagt. Zo kan iemand ’s morgens een hypoglycaemie krijgen omdat hij de avond ervoor alcohol heeft gedronken.. Mensen met diabetes  controleren daarom best hun bloedsuiker voor ze alcohol drinken of tijdens of na het drinken. Hou daarom ook het aantal glazen beperkt en eet er altijd iets bij dat koolhydraten bevat. De symptomen van teveel alcohol drinken en hypoglycaemie kunnen erg dicht bij elkaar liggen, zoals slaperigheid, draaierigheid of desoriëntatie. Mensen met diabetes moeten ervoor zorgen dat een eventuele hypoglycaemie niet verward wordt met dronkenschap. Daarom is het altijd nuttig om een diabetespas, een kaartje of een uiterlijke teken bij te hebben waarop vermeld staat dat je diabetes hebt.

Tien praktische tips:

  1. Drink alcoholische dranken bij voorkeur  bij de maaltijd.
  2. Drink traag;
  3. Kies een aperitief dat arm is aan restsuiker, zoals een droge sherry in plaats van een zoete porto.
  4. Champagne en mousserende wijnen zonder toevoeging van suiker zijn eveneens uitstekend als aperitief.
  5. Let op met donkere bieren met een hoog alcoholgehalte. Ze kunnen dubbel zoveel koolhydraten bevatten als een licht bier.
  6. Mix sterke dranken met light tonic, -soda, -cola – of water.
  7. Hou altijd water of een suikervrije frisdrank zonder koolhydraten bij de hand om je vochtgehalte op peil te houden.
  8. Gebruik brood bij de aangeboden hapjes.
  9. Maak een flinke wandeling na de maaltijd.
  10. Vervang voeding nooit door alcohol.

 

Alcohol bevat ook calorieën naargelang van de restsuiker (4cal/gr) en het alcoholgehalte  (7cal/gr)

  Hoeveelheid Energie(kcal) Suikers(g) Alcohol(g)
Rode wijn 10cl 70 0,2 12
Droge witte wijn 10cl 70 0.6 12
Champagne 10cl 75 1.4 11
Pils 25cl 110 8 10
Trappist 33cl 230 14 24
Sterk blond bier 33cl 215 12 22
Sherry droog 5cl 60 1 8
Sherry zoet 5cl 70 3 8
Jenever jong 3 cl 60 0 8
Whisky 3 cl 70 0 10
Cognac 3cl 70 0 10
 

 

Bron: Belgische voedingsmiddelentabel, 5° editie, mei 2010

brood-en-wijn-1

 

Maar wat met alcohol en diabetes?

Alcohol remt de vrijzetting van glucose af ter hoogte van de lever  omdat die als primordiale rol heeft de toxische producten in ons lichaam te elimineren. Hierdoor ontstaat er een glucosegebrek en lage glycemie (bloedsuikergehalte).

Bij een niet-diabeet met een lage glycemie verlaagt de insulinesecretie in de pancreas (mogelijk stopt die zelfs) . Bij een diabeet  op orale medicatie is dit proces vertraagd en bij een diabeet die insuline spuit , verlaagt de insuline de glycemie onherroepelijk verder, met hypoglycemie tot gevolg.

Hypoglycemie is enorm risicovol tijdens het slapen maar ook bij het besturen van een auto (ook bij een normaal promille).

Daarom: combineer de alcohol steeds MET een maaltijd en eet bij het aperitieven een snack (brood …) Zo blijft de wijn een aangename begeleider van je maaltijd.

Indien geen hapjes voorzien zijn (bijvoorbeeld bij een receptie ), zorg dan zelf voor enige snacks voor je met de wagen rijdt of gaat slapen!