WILDE BERTRAM

Wilde Bertram komt voor in verschillende variëteiten, maar de meest voorkomende is Achillea ptarmica. Deze plant groeit van nature in vochtige graslanden, langs oevers van rivieren en beken, en in moerasachtige gebieden in Europa, Azië en delen van Noord-Amerika.

De oorsprong van de Wilde Bertram kan worden teruggevoerd tot Europa en Azië, waar het al eeuwenlang wordt gebruikt voor zowel culinaire als medicinale doeleinden.

De plant wordt 30–90 cm hoog en vormt ondergrondse uitlopers. De van boven kale bladeren zijn ongedeeld en hebben vaak een dubbelgezaagde bladrand. De bladtop is spits.

Wilde bertram bloeit van juli tot september met meestal niet meer dan tien 1 cm grote hoofdjes per bloeiwijze. De met donshaar bezette schutblaadjes zijn lintvormig en hebben een zwarte rand. De lintbloemen zijn wit en de buisbloemen geelachtig wit. In de hoofdjes zitten stroschubben. De vrucht is een nootje. In 1 gram zaad zitten ongeveer 3000 zaden.

Het bloeiseizoen is het ideale moment om de plant te oogsten voor zijn bloemen en bladeren, die beide culinair gebruikt kunnen worden.

Voedingswaarde

Voordelen / Nadelen

Aankoop / Bewaren

AANKOOP

Omdat Wilde Bertram voornamelijk in het wild groeit, is het niet gebruikelijk om het in winkels te vinden voor aankoop. Als je geïnteresseerd bent in het gebruik ervan, is het het beste om het zelf te oogsten in gebieden waar het overvloedig groeit. Wees echter voorzichtig en zorg ervoor dat je de plant correct identificeert om mogelijke verwarring met giftige planten te voorkomen.

BEWAREN

Verse Wilde Bertram kan worden bewaard door de bloemen en bladeren te drogen voor langdurig gebruik. Bewaar ze op een koele, droge plaats in luchtdichte containers om hun aroma en smaak te behouden.

Bereidingswijze

Het wordt echter ten zeerste aanbevolen om alleen Wilde Bertram te gebruiken onder begeleiding van een ervaren kruidkundige of gezondheidsdeskundige.

De bloemen kunnen zowel vers als gedroogd in gerechten verwerkt worden en hebben een peperachtige smaak.

De bladeren kunnen als groente rauw of gekookt gegeten worden.

De bladeren en de bloemen worden het meest in salades gebruikt om deze te kruiden.

Je kunt de bladeren ook koken en ze met stamppotten mengen.

Info

In de Middeleeuwen werd de scherp smakende, ondergrondse wortelstok van wilde bertram gekauwd tegen kiespijn.

Zowel de wortel als de bovengrondse delen van de plant werden gedroogd om vervolgens tot poeder te malen. Dit poeder diende om niesbuien op te wekken (= sneezewort).

Chef’s advies

Galerij

Deel dit recept, kies uw platform!