Kaneel een alom bekend specerij gebruikt in vele gerechten en drank

Geoogst vanuit de binnenbast van de scheuten van een tropische plant genaamd de kaneelboom en eeuwenlang gebruikt in de Ayurvedische geneeskunde voor long- en verteringsproblemen .

Egyptenaren en Romeinen gebruikten kaneel als parfum bij het balsemen of reukverwijderaar in de asurnen.

Ook heden vinden wij vele meldingen (tijdschriften, internet.)  omtrent kaneel als kruid met vele gezondheidsvoordelen. Wat moeten wij hiervan weerhouden?

  1. Alle kaneel is niet gelijk!

Wij hebben 2 basisvormen: deze van Ceylon of Cinnamomum Verum geoogst in Sri Lanka (Ceylon) en de Cassia geoogst in China en Indonesië. Deze laatste vinden wij vooral in onze warenhuizen onder de vorm van stokjes of poeder. Cassia heeft een sterkere smaak en geur, en is goedkoper dan deze van Sri Lanka met een mildere en zoetere smaak.De kaneelstokjes uit Ceylon zijn gevormd uit dunnere lagen dan de  Cassia.  Ceylon is evenwel de beste voor de gezondheid.

Cassia bevat een vrij hoge dosis coumarine schadelijk voor de lever. De concentratie kan van 18 tot 63 maal hoger zijn dan deze in de Ceylon kaneel (Duitse studies)!

In onze maatschappij zijn voedingssupplementen voor vele firma’s commercieel aantrekkelijk en groeit het aanbod zeer snel op de markt (warenhuizen, internet ..) ofschoon nog niet gereglementeerd . De juiste samenstelling van de gebruikte kaneelstokken is meestal niet bekend (afkomst, bodem, droog- en bewaarproces …)

Studies omtrent de dosis, de effecten op lange termijn zijn er (nog) niet. Bij leveraandoeningen kan het zelfs gevaarlijk zijn. De FDA (Food Drugs Administration) beschouwt 6 gram per dag als “ maximale “ dosis en als te vermijden bij enige leveraandoening.

  1. Kaneel als suiker verlagend middel:

Er zijn vele veelbelovende resultaten te weerhouden doch enkel in studies op “muizen” of “kleinschalige” studies.

Een verbetering van de diabetes regeling (daling van het HbA1c) werd nog nergens bewezen, reden waarom het  ADA (American Diabetes Association) aanraadt voorzichtig te zijn met de inname van deze supplementen en zeker steeds je medicatie verder te nemen.

  1. Kaneel en dementie, HIV en kanker:

Hier zijn het vooral de antioxydatieve effecten van kaneel die bestudeerd worden. Tot heden ook hier enkel op muizen en Petrischalen.

  1. Conclusie:

Kaneel is zeker zeer veelbelovend maar heden nog onvoldoende bestudeerd voor het gebruik als dagelijks supplement of capsule.

Sinds eeuwen zijn kruiden gekend en geprezen om hun voordelen op de gezondheid., gebruik ze zeker !  Met gezond verstand heb je m.i. geen supplementen nodig.

Mijn raad : Geniet van kaneel als specerij op je gerechten maar beperk of stop de inname van supplementen in welke vorm ook.

De Europese Unie legt regels vast voor de etikettering van levensmiddelen, in een taal die voor iedereen verstaanbaar is. Zo krijgen alle Europese consumenten de gelegenheid om hun aankopen met kennis van zaken te doen. Twee zaken zijn belangrijk voor mensen met diabetes: de ingrediëntenlijst en de voedingswaardetabel.

Koolhydraten of suikers maken 50 tot 55 % van onze totale energie uit. Ze zijn dan ook noodzakelijk voor het normaal functioneren van ons lichaam. Deze energie halen we uit complexe koolhydraten zoals zetmeel; eenvoudige koolhydraten uit groenten en fruit zoals glucose, fructose, saccharose,….. . Maar we halen ook veel energie uit de toegevoegde suikers, de zogenaamde “verborgen” suikers in onze voeding.

De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert dat maximaal 10% van onze dagelijkse energie zou bestaan uit suiker. Dit komt overeen met ongeveer zes tot acht theelepels suiker. Die 10%-norm heeft betrekking op de monosacchariden zoals glucose,fructose en disacchariden zoals suiker die door de fabrikant in onze voeding wordt toegevoegd of door onszelf wanneer wij in de keuken staan. Verder heeft de 10%-norm ook betrekking op suikers in honing, siropen en fruitsappen. Enkel de suikers die van nature in onze voeding terug te vinden zijn zoals in fruit bijvoorbeeld vallen niet onder de 10%-norm.

Als we de gemiddelde voedingswaarden op het etiket bekijken zien we naast de totale hoeveelheid koolhydraten ook de melding “waarvan suikers x? gram”. Waar heeft dit betrekking op? Omdat er geen waarde voor deze suikers bestaan, heeft de Federatie van de Voedingsindustrie zelf enkele richtlijnen opgesteld. De voedingsrichtlijnen aangaande suikers in voedingsmiddelen zijn gebaseerd op de suikers aanwezig in groenten, fruit, zuivelproducten en op deze die extra aan onze voeding worden toegevoegd.

nutritional-facts-suiker

Omdat je nooit exact kan achterhalen of deze nu van nature aanwezig zijn of extra toegevoegd werden, is het beter om als consument de ingrediëntenlijst na te gaan. Via deze lijst kan je controleren of er al dan niet extra suiker werd toegevoegd.

Als voorbeeld nemen we magere natuuryoghurt. De ingrediëntenlijst is als volgt: magere melk, mager melkpoeder, levende fermenten.

De gemiddelde voedingswaarde (Bron Nubel voedseldatabank) is:

  Per 100g Per portie (125g)
Energie 191 KJ

53 Kcal

239 KJ

66 Kcal

Vetten

waarvan verzadigde vetten

1,0g

0,6g

1,2g

0,8g

Koolhydraten

waarvan suikers

7.1g

7.1g

8.9g

8.9g

Eiwitten 3.9 g 4.90g
Zout 0,1g 0,13g

Zoals u merkt maakt de ingrediëntenlijst geen melding van toegevoegde suiker. Maar volgens de gemiddelde voedingswaarde tabel bevat deze yoghurt toch suikers. Dat komt omdat yoghurt gemaakt is van melk en die bevat melksuiker. Het is deze suiker die vermeld wordt in de tabel van de gemiddelde voedingswaarde. Daarom is men als consument beter af om eerst de ingrediëntenlijst na te kijken op toegevoegde suikers en nooit de suiker die vermeld staat in de tabel van de gemiddelde voedingswaarde als enige criterium te gebruiken. Dit maakt de interpretatie gemakkelijker. Uiteraard blijven ook de andere voedingsstoffen even belangrijk om een bewuste keuze te maken bij de aankoop van onze voedingswaren.

Hyacinthe Voorspoels © diëtiste St. Maarten

Koolhydraten zijn heel belangrijk voor ons lichaam , en hebben een invloed op de bloedsuikerwaarden.

Mensen met diabetes, moeten daar bijzonder aandachtig voor zijn, maar ook gezonde mensen hebben baat bij een goede kennis van koolhydraten.

De laatste jaren hoor je regelmatig dat het gebruik van koolhydraten ongezond en slecht is  en het je hele metabolisme ontregeld. Wat moeten we hier allemaal van denken, welk nut hebben koolhydraten voor ons lichaam en wat zijn koolhydraten eigenlijk?

Welk nut hebben koolhydraten voor ons lichaam?

Koolhydraten zijn onmisbaar. Ze geven ons lichaam energie en zorgen voor het goed functioneren van onze organen. Tevens zorgen zij voor de aanbreng van heel wat nutriënten zoals vitaminen, mineralen, antioxidanten en vezels. Deze voedingsvezels zorgen tevens voor een goed verzadigingsgevoel bij de maaltijd,  bevorderen de stoelgang en vertragen de opname van koolhydraten.

Waar vinden we koolhydraten?

Koolhydraten zijn van nature  aanwezig in graanproducten, aardappelen, peulvruchten, fruit en melk, soms onder de vorm van toegevoegde suiker in koek, gebak, frisdranken,  fastfood enz.

Wat zijn koolhydraten?

Koolhydraten kan je onderverdelen in 3 grote groepen :

  1. De eenvoudige suikers 

Dit zijn de enkelvoudige suikers met een korte keten zoals glucose (=druivensuiker), saccharose (=riet of bietsuiker), fructose (=fruitsuiker) en lactose (=melksuiker).

Wat we vooral moeten onthouden over glucose en saccharose  (riet of bietsuiker, allerlei siropen, honing enz ) is dat we ze in beperkte mate mogen toevoegen aan onze voeding. Deze suikers zijn niet voedzaam, bevatten wel veel energie maar geen voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen. Het zijn met andere woorden dode of lege kilocalorieën. Door de snelle vertering doen zij onze bloedsuikerwaarden  zeer snel stijgen (hogere insuline nood , risico tot reactionele lagere waarden waardoor overmatig eten)

suikers

De negatieve invloed van deze suikers op de gezondheid is alom bekend :

Tot deze groep behoort eveneens fructose  waarvan de inname, omwille van zijn schadelijke effecten, drastisch verlaagd moet worden en dit met behoud weliswaar van het “vers” fruit dat naast fructose ook vele gunstige stoffen bevat  zoals vezels, antioxidanten …

2. Zetmeel 

Dit zijn de meervoudige suikers of complexe suikers met langere ketens die door het spijtverteringsstelsel afgebroken moeten worden tot glucose.

Wij treffen deze aan in aardappelen, graanproducten, peulvruchten en sommige groenten. Deze groep is ook gezonder en bevat vele nutriënten noodzakelijk voor de gezondheid zoals antioxidanten, vitamines, mineralen, vezels e.a.koolhydraten4

Complexe koolhydraten worden trager verteerd, geven dan ook langer energie en een tragere stijging van de bloedsuikerspiegel (en meer controle over de insulinesecretie)

Vele positieve eigenschappen worden aan deze koolhydraten toegewezen :

3. Voedingsvezels of onverteerbaar zetmeel 

Dit zijn eveneens meervoudige koolhydraten maar die door het lichaam moeilijk verteerd worden en dus ook minder calorieën geven. (1 gram vezels geeft +/- 2 kcal)

Tevens vertragen deze onverteerbare vezels de absorptie van de nutriënten met  een betere controle van de bloedsuiker na de maaltijd als gevolg. (1 gram vezels geeft +/- 2 kcal )

Te onthouden :  kies voor voedingsmiddelen die rijk zijn aan zetmeel en voedingsvezels. Zij zijn voedzaam en onze bloedsuikerwaarden zullen trager stijgen.

vezels

Hebben alle koolhydraten een invloed op onze bloedsuikerwaarden?

Welke koolhydraten we ook nemen, ze hebben allemaal een invloed op onze bloedsuikerwaarde. Sommige koolhydraten zullen onze bloedsuiker sneller doen stijgen als andere. Een klontje suiker gaat onze bloedsuikerwaarde sneller omhoog duwen dan  een bruine boterham. De snelheid waarmee koolhydraten onze bloedsuiker doen stijgen noemen we de glycemische index. Hoe hoger deze glycemische index, hoe sneller onze bloedsuikerwaarde omhoog gaat. Hoge bloedsuikerpieken vergen heel veel van ons lichaam! Een grote inname van geraffineerde suikers is dus niet gezond. De glycemische index van voedingsmiddelen kan wel erg verschillen naargelang de combinatie van onze maaltijd.

 

Hoe tel je koolhydraten?

Op restaurant gaan is voor mensen met diabetes vaak een hele uitdaging: hoeveel koolhydraten zitten er in de gekozen maaltijd? Koolhydraten doen immers de bloedsuikerwaarden stijgen. Door de hoeveelheid koolhydraten te kennen in de voeding en de gerechten wordt het weliswaar mogelijk de adequate keuze te maken om gezond te eten en voor mensen met diabetes eventueel hun behandeling (insuline)aan te passen.

 

Moeten we koolhydraten vermijden?

Absoluut niet, ze zijn belangrijk in een gezonde gevarieerde voeding. Er is geen enkele reden waarom we op restaurant aardappelen, pasta, rijst, fruit, dessert enz. zouden moeten laten links liggen. Slim genieten is de boodschap maar zoals alles in het leven : ” Geniet met mate (en kwaliteit)    

Suiker is overal, als een onzichtbare vijand, amper waarneembaar. Hij verbergt zich achter verschillende benamingen: sucrose, sacharose, fructose, glucose, maltose, lactose, dextrose, malt dextrine, invertsuiker, maïs/malt/glucosesiroop, fruitconcentraat. Je vindt hem eveneens onder de vermeldingen ‘met zoetstoffen’ of ook ‘bevat een vorm van phenylalaline (om te vermijden dat de ‘aanwezigheid van aspartaam’ wordt vermeld). Hij glipt in soep in blik, sauzen, patisserie en andere bereide voedingswaren… zonder te spreken over de ontbijtgranen die er vol van zitten. Hij wordt door de voedingsindustrie gebruikt als bewaarmiddel en smaakversterker. Suiker flatteert de papillen van groot en klein.

Onder de vorm van glucose leveren koolhydraten het grootste deel van de onmisbare energie die we nodig hebben om de cellen van ons organisme te laten functioneren. Onze dagelijkse consumptie van suiker is vandaag de dag echter zeer belangrijk geworden… te belangrijk zelfs. Ze bedraagt meer dan 100 g per Belg, per dag. Terwijl dat in het kader van een evenwichtige voeding, niet meer dan 50 g per dag zou mogen zijn. Nieuwe richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geven als aanbeveling dat de aanbreng van toegevoegde suiker voor zowel een volwassene als een kind, minder dan 10% van de totale energetische aanbreng mag bedragen. Daarbij onderlijnt ze dat de energetische aanbreng van suiker voor de gezondheid zelfs minder dan 5% zou mogen zijn. Dat is het equivalent van ongeveer 25 gram (6 koffielepels) suiker per dag.

De sensatie van suiker is onafscheidelijk verbonden met plezier. Maar het is niet omdat we de raad krijgen minder suiker te gebruiken, dat we geen smaakplezier meer mogen hebben. Smaak is een zintuig dat we moeten ontwikkelen. Het is dan ook de gedroomde gelegenheid om onze papillen te openen voor andere ingrediënten en smaken die ons zullen toelaten om ons beetje bij beetje van suiker te ontwennen (en om in het verlengde ook de hoeveelheden zout gevoelig te verminderen).

Het is hier dat kruiden en aromaten een rol kunnen spelen. Hun aroma stimuleert de smaak en de geur, tintelt de papillen en versterkt het smaakplezier. Zoals hun naam het aangeeft zijn kruiden (of aromaten) de blaadjes van aromatische planten. Ze kunnen zowel vers als gedroogd worden gebruikt. Specerijen op hun beurt komen van andere delen van de aromatische plant en zijn over het algemeen gedroogd: het zijn vruchten, granen, pitten, bollen, wortels, bloemknopjes of schors. Je vindt ze in hun geheel of gemalen. Gemalen specerijen zijn gemakkelijker om te gebruiken en zijn nauwkeuriger om af te wegen. Let wel dat hoe fijner de maling, hoe korter de bewaartijd en hoe sneller de smaak verdwijnt.

 

Naast de smaak die ze aanbrengen, zorgen kruiden en aromaten voor een meer appetijtelijk gerecht. Men schrijft ze ook een zekere antioxiderende kracht toe, die ons zou moeten aanzetten om ze een meer belangrijke plaats te geven in onze voeding. Anderzijds bevatten sommige kruiden zoals mosterd, kaneel en kruidnagel antimicrobiële bestanddelen die de groei van schimmels en bacteriën vertragen en een betere bewaring verzekeren. Het zijn meer dan voldoende redenen om ze regelmatig op het menu te zetten.

 

Het is nu of nooit het moment om meer aandacht te besteden aan de sterke en anijsachtige smaak van steranijs, aan het gebruik van kaneel, kardemom, koriander, komijn, kurkuma. Om uw inspiratie los te laten op dessertjes die we op smaak brengen met lavendel of ook nog met geraspte schilletjes van citroen of sinaasappel, met vanille, gember of tonkabonen. …

Terwijl deze kruiden nu al ruim worden gebruikt in sommige delen van de wereld, worden ze ook stilaan het onderwerp van meer diepgaande wetenschappelijke studies. Dat betekent dat ze nog aardig wat verrassingen voor ons in petto zullen hebben. Eetplezier is iets wat we moeten koesteren. We kunnen zelfs nog lekkerder eten als we suiker beetje bij beetje verminderen. En door het gebruik van kruiden, andere horizonten met onvermoede smaken ontdekken.

 

© Veronique Van den Bossche

 

 

Ons dagelijks brood is zo’n gewoonte dat we er nauwelijks nog bij stil staan wat er allemaal in dat brood zit. Hier lees je meer over de ingrediënten, voedingswaarde, bewaring en aanbevolen hoeveelheid.

Brood kan beschouwd worden als één van de basisvoedingsmiddelen met een heel ruim assortiment van broodsoorten en broodvervangers (ontbijtgranen.) De basissamenstelling van brood is meel of bloem van graan, water (of ander vocht), gist en evt. zout. De gist kan vervangen worden door zuurdeeg. Vaak worden er stoffen toegevoegd om de bak- en broodeigenschappen te verbeteren of hartige of zoete ingrediënten om het brood te verrijken

Granen: er bestaan veel soorten granen zoals, tarwe, rogge, haver, gerst, gierst (verzamelnaam voor uitheemse graansoorten met kleine korrels), maïs, rijst, wilde rijst (het zaad van een Amerikaans watergras), boekweit (in feite een peulvrucht) en quinoa (in feite de vrucht van een plant).

graan1

Tarwe en rogge zijn de graansoorten die het meest gebruikt worden. Men gebruikt de graankorrel van het graan. Deze is opgebouwd uit verschillende delen.

Het kaf: het oneetbare omhulsel waar de graankorrel in verpakt is.

Het buitenste deel van de korrel zijn de wandlagen (= zemelen = voedingsvezel)

Het binnenste deel van de korrel: het meellichaam bestaande uit zetmeel en eiwit

In het midden de kiem, deze bevat  belangrijke voedingsstoffen (vitaminen en mineralen).

Meel en bloem: gemalen graan noemt men meel. Als tijdens het malen door middel van zeven, een gedeelte uit het meel verwijderd wordt, dan spreekt men van bloem.

Graan kan in meer of in mindere mate uitgemalen worden, dat heet uitmalingsgraad. Hoe lager de uitmalingsgraad, hoe meer er (van de buitenkant) van het gemalen graan weggezeefd is. De voedingswaarde van brood stijgt, vooral wat mineralen, vitaminen en voedingsvezels betreft, als de uitmalingsgraad van het graan hoog is. Een uitmalingsgraad van 100 betekent dat 100 kg graan 100 kg meel oplevert. Dus volle graan of volkoren producten krijgen de voorkeur.

Granen worden gebruikt onder de vorm van meel of bloem, andere producten zijn gebroken graan (grutten), gepeld graan (witte rijst), graanvlokken ( havervlokken), gemout graan (gebruikt bij de bereiding van whisky en bier)

Gluten: Gluten zijn eiwitbestanddelen die voorkomen in graansoorten: Tarwe, gerst, haver en rogge bevatten gluten. Graansoorten die veel gluten bevatten zijn het meest geschikt voor het maken van brood. De gluten zorgen ervoor dat brood luchtig wordt.

 

Gist en zout

Gist: bij het bakken van brood voegt men meestal een rijsmiddel toe. Niet gerezen broodsoorten zijn tortilla’s en matses.

Gist zorgt samen met het aanwezige vocht dat er koolzuurgas gevormd wordt. Gistcellen ontwikkelen zich in een warme omgeving en hebben tijd nodig om zich te vermeerderen. Een deeg met gist moet altijd rijzen voor het in de oven kan.

Zuurdeeg of zuurdesem: ontstaat door een hoeveelheid meel en water te mengen, gedurende enkele dagen te laten staan en af en toe te roeren in het deeg. Spontane gisting treedt op. De rijstijd van een zuurdeeg is langer dan die van een gistdeeg.

Zout: in België mag brood niet meer dan 1,2 – 1,4 gram zout per 100 g brood bevatten

Water: door toevoeging van water bij de bloem ontstaat er een rekbare massa.

 

Voedingswaarde

Granen zijn zeer voedzaam omdat ze rijk zijn aan koolhydraten (60-70%). Ze bevatten eiwitten (8-12%), vetten (1.5-4% en haver 7%), voedingsvezels, vitaminen (vooral vitaminen van het B-complex) en mineralen (fosfor, kalium en ijzer).

De voedingswaarde van brood verschilt naargelang de samenstelling.

De koolhydraatruilwaarde van 1 snede brood van 30g = +/-12.5g koolhydraten.

Voor een goede keuze van brood kan je op de verpakking volgende criteria hanteren:

minder dan 6g vet per 100g, meer dan 4g vezels per 100g

Alle volkoren en of meer graanproducten krijgen de voorkeur. Indien er wordt gekozen voor ontbijtgranen, kies dan voor vezelrijke en weinig extra gesuikerde producten.

 

Bewaren van brood

Brood kan je best bewaren op kamertemperatuur (>10°C) in een gesloten trommel, verpakt in een paraffine broodzak. Ovenvers brood laat je altijd eerst afkoelen voor je het verpakt, anders krijg je sneller schimmelvorming. Bewaar brood niet in de koelkast want hierdoor wordt het sneller oudbakken. Brood kan je invriezen in een plastiek diepvrieszak en blijft ongeveer één maand goed.

 

Praktische aanbevelingen

Hoeveel van brood en graanproducten iemand per dag nodig heeft, hangt af van de activiteit. Personen die veel arbeid verrichten of die een zittend leven hebben verbruiken meer of minder energie en hebben bijgevolg meer of minder van de groep nodig. Daarom varieert de aanbeveling van 5 tot 12 sneden per dag.

1 snede brood komt ongeveer overeen met 15 g ontbijtgranen.

Kies voor producten arm aan vet, suiker en rijk aan zetmeel, voedingsvezel.

 

Soorten brood

Broden zijn in verschillende categorieën onderverdeeld, die allemaal aan wettelijke voorwaarden zijn verbonden. Zo hebben we basisbrood, speciaal brood, producten van de fijnbakkerij, klein brood, voorgebakken brood, merkbrood, x beschuit, enz.

Meer uitgebreide inlichtingen op www.zucsu.be

 

© Hilde Luyten – Diabetes educator -diëtiste

 

Is er een verschil?

Laat ons eerlijk zijn, In feite niet! De basissen zijn dezelfde behoudens dat mensen met diabetes een evenwicht moeten vinden tussen hun voedsel, activiteiten en medicatie. (Verdeling van de koolhydraten over de maaltijden, tijdstip van de maaltijd, en activiteit worden belangrijk)

Voedsel dat koolhydraten bevat doet de suiker (glycemie) in het bloed stijgen. Het zijn deze koolhydraten die onder controle moet gehouden worden.Door de slechte werking van insuline (absoluut of relatief tekort) bij mensen met diabetes lukt dit niet meer.

Dit betekent geenszins dat suikers totaal vermeden moeten worden, maar de notie omtrent de hoeveelheid die men consumeert is noodzakelijk en belangrijk om de individuele grenzen te kennen en de behandeling aan te passen.

Ook bij “gezonde “mensen moet de koolhydratenconsumptie aangepast worden. Wij zijn er ons vaak niet van bewust dat een belangrijk deel van de voedselindustrie (door de verborgen suikers in de voeding) ons suikerverslaafd heeft gemaakt.  Deze inname ligt hedendaags zeer hoog, en moet dringend verlaagd worden (cf. Richtlijnen van de WGO). Ook voor mensen zonder diabetes is een teveel aan koolhydraten ongezond en nefast. Aldus is ook hier notie omtrent het content belangrijk. Waar ligt dan het verschil? M.i. is er geen: Een diabetes dieet is geen dieet maar een gezonde voedingsstijl die iedereen zou moeten volgen!

Groenten, fruit, granen, gezonde vetten en magere eiwitproducten alles mag men eten.

Door middel van het koolhydraten tellen groeit het inzicht in de diverse maaltijden en producten en kan iedereen zijn inname van koolhydraten controleren. Eéntonig dagelijks eten komt niet meer aan de orde. Weten en kennen wat goed voor je is, is de basis. Voedselkennis kan de weg tonen in het grote aanbod op de(super)markten zowel hier als in het buitenland… Op allerlei sites, apps e.a. kan men de nodige inlichtingen vinden (CAVE productreclame) , ook bij ZUCSU wordt de databank progressief aangepast : www.zucsu.com. Misschien wenst u hieraan mee te werken?

Bijzondere tipsgezonde voeding voor een gezonde voeding:

–        Eet veel verschillende groenten en fruit (hoe meer kleur, hoe beter), zij bevatten de nodige antioxidanten, vitamines en mineralen

–        Kies volkoren producten i.p.v. geraffineerde, zij bevatten de vezels en vertragen de absorptie van de suikers

–        Eet vis minstens 2 maal per week, vis bevat de noodzakelijke omega3 en aminozuren

–        Ga voor mager vlees, gevogelte en verwijder het vet, ook hier vinden wij de nodige bouwstoffen terug voor ons lichaam)

–        Kies water i.p.v. fruitsap, frisdranken, zoete thee e.a.

–        Ga voor plantaardige oliën om te bakken i.p.v. boter.

–        Vermijd calorierijke snacks, desserten, chips, ijs…Eet  realfood en vermijd al de luxeproducten!
Beperk de porties, vul het bord met 50% zetmeelarme groenten, 25% granen of zetmeelrijke groenten en 25% eiwitrijke producten, als dessert een kleine portie fruit en als drank water, koffie of ongezoete thee

 

Bij het volgen van deze raadgevingen kan het uit eten gaan een speciaal moment worden. De restaurants van ZUCSU zullen U hier graag mede in helpen. DE lijst van de deelnemende restaurants (> 300) is  terug te vinden op onze APP of Website.

Wenst U meer inlichtingen ?o[o

Bent U restauranthouder en wenst U mee te doen? Contacteer ons via   : info@zucsu.com

Dr. Pelckmans MC. ©

 

 

 

Mensen zijn vandaag op zoek naar verse, smakelijke en gezonde voeding van hoge kwaliteit, waarbij authenticiteit en duurzaamheid meer en meer van belang  zijn.

Wat is duurzame voeding ?

Duurzame voeding wordt gedefinieerd als :goententuin

Gezond

Gezonde voeding brengt volgens de wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen veel groenten en fruit, maximaal 100 g vlees per dag, weinig verzadigde vetten en geraffineerde suikers en voldoende onverzadigde vetten aan. Een flink aantal sporters bewijst dat je zelfs bij intensieve fysieke inspanningen voldoende energie kan halen uit een overwegend plantaardige voeding. Trouwens heel wat welvaartsziekten worden veroorzaakt door een te vetrijke en suikerrijke voeding.

Een lekkere voeding prikkelt alle zintuigen tijdens de consumptie en hoeft beslist niet duur te zijn.

Wie graag lekker eet of graag kookt, zal nog meer genieten van een maaltijd als er niet alleen een goed recept wordt bereid, maar als bovendien de ingrediënten op een duurzame manier werden geproduceerd en verwerkt. Laat je daarom informeren en vraag in de winkel naar de herkomst van de groenten die je koopt. Dat vraagt tijd en inspanning, maar je weet dan immers wat je eet.

 

Seizoensgebonden en regionaal

Elk seizoen heeft zijn weersomstandigheden die het aanbod bepalen van groenten en fruit die geteeld kunnen worden zonder verwarmde serres. Wie kiest voor seizoengroenten en -fruit, bespaart een pak CO2 en heeft gegarandeerd de beste smaak voor de beste prijs. De lokale groente- en fruitkalender geeft een overzicht van welke groenten en fruit men per maand het best eet.

Voedsel legt soms lange afstanden af. Vaak loopt dit via verschillende tussenstappen voor het op ons bord terechtkomt. De voedselketen start op het veld, daarna wordt het getransporteerd naar het verwerkingsbedrijf en via de (super)markt belandt het uiteindelijk op ons bord. Het is mogelijk om de voedselketen korter te maken. De kortste weg krijg je door groenten en fruit uit eigen tuin te gebruiken. Heb je geen tuin, dan kun je rechtstreeks bij de (bio)boer groenten, fruit en zuivel kopen. In de stad is dat wat moeilijker, maar het is niet onmogelijk. Denk maar aan boerenmarkten, een groentenabonnement, zelfpluktuinen, …Wie aansluit bij een Voedselteam neemt lokale producten af van verschillende boeren uit de omgeving.

 

Eerlijke handel

Producenten staan aan het begin van de voedselketen, ze dragen de risico’s van misoogsten, werken zich kapot in weer en wind, en krijgen dan voor hun producten ‘wat de markt hen biedt’. Begrijpelijk dus dat heel wat boeren en tuinders het voor bekeken houden. Fairtrade organisaties leren de boeren zich te organiseren en bieden voor de producten een gegarandeerde minimumprijs wanneer de wereldmarktprijs te veel zou zakken, of een surplus wanneer die stijgt.

 

Milieu en diervriendelijk

Biologische producten zijn niet behandeld met pesticiden en ze zijn gevoed met organische meststoffen die  traag worden opgenomen. Ons milieu vaart er wel bij, want het water wordt niet verontreinigd en er zijn geen mestoverschotten. Een ander voordeel is dat biologische producten doorgaans meer smaak hebben.

De benaming ‘biologisch’ en ‘bio’ zijn wettelijk beschermd en mogen alleen vermeld worden op de verpakking van voedingsmiddelen die geproduceerd worden volgens de wettelijke regels die bepalen hoe een biologisch landbouwbedrijf, een biologisch veebedrijf en een biologisch voedselverwerkend bedrijf moet worden gemanaged.

bio logo eu

Sinds juli 2010 is het Europese biolabel verplicht op alle voorverpakte biologische producten. Producenten die naast het Europese label ook het Biogarantielabel willen gebruiken, moeten aan extra eisen voldoen. Ze moeten extra aandacht hebben voor ecologische, sociale en economische duurzaamheid. Biogarantie vraagt aandacht voor een eerlijke prijs, zorg voor water, energie, biodiversiteit, transport, verpakking en afval.

Bioproducten moeten aan dezelfde minimumeisen inzake voedselveiligheid voldoen als alle andere voedingsmiddelen. Maar of ze ook beter zijn voor de gezondheid, daarover blijken verschillende studies elkaar tegen te spreken. De grote variatie in samenstelling van verschillende rassen, andere teeltvoorwaarden, weersomstandigheden en dergelijke bemoeilijkt een goede vergelijking. Vast staat dat bioproducten minder pesticiden bevatten. Recent bleek uit een heel grootse studie (meta-analyse gebaseerd op 343 peerreviewed publicaties) dat biologisch geteelde gewassen gezonder zijn. Ze bevatten minder cadmium, 4 maal minder pesticidenresidu’s en meer antioxidanten dan de klassiek geteelde gewassen. Op basis van de beschikbare gegevens kan men concluderen dat bioproducten veilig en gezond zijn. Een onevenwichtig of eenzijdig voedingspatroon wordt niet gezonder door te kiezen voor bioproducten.

De benamingen ’natuurlijk’, ‘traditioneel’ en ‘ambachtelijk’ zijn niet wettelijk beschermd en bieden dus geen enkele garantie dat het om bioproducten gaat. Een streekproduct wordt in de streek van oorsprong bereid met grondstoffen uit de streek. Het is een beschermde benaming , maar geeft geen enkele garantie voor biologisch.

Bij vis is de overbevissing oorzaak dat er bedreigde vissoorten ontstaan. Duurzaam gevangen vis krijgt een MSC label  als aan de duurzaamheidscriteria zoals ecologisch impact en visbestanden respecteren, visserijbeheer en dierenwelzijn voldaan is. Gekweekte vissen (pangasius en tilapia en zalm) kunnen het ASC label dragen dat garandeert dat ze gekweekt werden met respect voor de natuur en correcte werkomstandigheden.

 

Minder vlees

Een grote troef om onze ecologische voetafdruk te beperken is vlees vervangen door plantaardige alternatieven zoals peulvruchten, noten en zaden. Dieren nemen heel wat plaats in en hebben bergen plantaardig voedsel nodig dat ze omzetten in vlees, melk en eieren. Die omzetting is verre van efficiënt: er is 8 g plantaardig eiwit nodig voor de productie van 1 g dierlijk eiwit. Niet elke vleessoort heeft een even grote impact op het milieu. Meestal geldt: hoe groter het dier, hoe groter de ecologische voetafdruk.

 

Weinig bewerkt en verpakt

Verkopen via de korte keten is het aantal tussenschakels tussen de producent en de consument beperken. Het is een transparant systeem waarbij de consument de producent en de productiemethode van de
aangekochte voedingsmiddelen kent.

Het sluit aan bij de back to basics trends die streven naar duurzame verkoopsystemen. De consument krijgt weer voeling met de land- en tuinbouw en de seizoenen. Het rechtstreekse contact met de producent creëert een vertrouwensband en vergroot de appreciatie voor het werk van de land- en tuinbouwer. Door te kiezen voor lokale producten recht van bij de boer wordt het aantal voedselkilometers beperkt en de lokale economie ondersteund. Minder transport betekent ook minder energie voor bewaring en minder verpakking ter bescherming. Heel wat producenten uit de korte keten bieden streekeigen variëteiten aan die men nog zelden in grootwarenhuizen vindt. Zo wordt de biodiversiteit beter in stand gehouden. De producten zijn daarenboven super vers, wat de smaak en de voedingswaarde ten goede komt. Ook voor de producent zijn er voordelen. Hij krijgt onder andere een eerlijke prijs voor zijn product.

Een producent die een korteketenverkoop wil organiseren, moet hiervoor toelating vragen aan het Federaal Voedselagentschap. Die toekijkt dat de productie, de verwerking, de bereiding en de verkoop in de beste hygiënische omstandigheden gebeuren.

De korteketenverkoop is geen garantie voor bio, die een biolabel moeten dragen.

 © Copyright 2010 CorbisCorporation

De voordelen van duurzame voeding

Samengevat kunnen we stellen dat we er allemaal beter bij varen :

 

Ria Van Der Straeten

Een lekker glas wijn bij de maaltijd is nooit te versmaden. Maar mag iemand met diabetes wel wijn of alcohol drinken?

Absoluut ! Maar zoals met alle goede dingen in het leven, met mate. De algemene regel is 1 glas alcohol voor een vrouw en 2 glazen voor een man. Een glas is 10 cl wijn of champagne, 25 cl bier, 5 cl sherry of porto en 3 cl whisky of cognac. Elk glas is goed  voor 8-10g alcohol

alcohol.

Het is ook goed om niet elke dag alcohol te drinken, om gewenning te voorkomen. Teveel alcohol drinken kan bovendien de gevoeligheid voor insuline verminderen waardoor type 2 diabetes kan ontstaan. Alcohol kan ook veel koolhydraten bevatten die de bloedsuiker verhogen. Zo kan een pint donker bier evenveel koolhydraten hebben als een stuk pizza. Teveel drinken kan dus overgewicht veroorzaken en daardoor het risico op type 2 diabetes verhogen.

Wijn en schuimwijnen worden gemaakt van druiven. Tijdens de gisting worden de aanwezige suikers omgezet in alcohol. Maar niet altijd zijn alle suikers uitgegist en dan bevat deze wijn nog een percentage restsuiker. Witte wijnen en zoete wijnen hebben meer restsuiker dan rode wijnen. Daarom is het interessant om altijd de hoeveelheid restsuiker te kennen van de wijnen die je drinkt.

Alcohol kan dus snel de bloedsuiker verhogen, maar heeft als eigenaardig neveneffect dat het na enkele uren de bloedsuiker verlaagt. Zo kan iemand ’s morgens een hypoglycaemie krijgen omdat hij de avond ervoor alcohol heeft gedronken.. Mensen met diabetes  controleren daarom best hun bloedsuiker voor ze alcohol drinken of tijdens of na het drinken. Hou daarom ook het aantal glazen beperkt en eet er altijd iets bij dat koolhydraten bevat. De symptomen van teveel alcohol drinken en hypoglycaemie kunnen erg dicht bij elkaar liggen, zoals slaperigheid, draaierigheid of desoriëntatie. Mensen met diabetes moeten ervoor zorgen dat een eventuele hypoglycaemie niet verward wordt met dronkenschap. Daarom is het altijd nuttig om een diabetespas, een kaartje of een uiterlijke teken bij te hebben waarop vermeld staat dat je diabetes hebt.

Tien praktische tips:

  1. Drink alcoholische dranken bij voorkeur  bij de maaltijd.
  2. Drink traag;
  3. Kies een aperitief dat arm is aan restsuiker, zoals een droge sherry in plaats van een zoete porto.
  4. Champagne en mousserende wijnen zonder toevoeging van suiker zijn eveneens uitstekend als aperitief.
  5. Let op met donkere bieren met een hoog alcoholgehalte. Ze kunnen dubbel zoveel koolhydraten bevatten als een licht bier.
  6. Mix sterke dranken met light tonic, -soda, -cola – of water.
  7. Hou altijd water of een suikervrije frisdrank zonder koolhydraten bij de hand om je vochtgehalte op peil te houden.
  8. Gebruik brood bij de aangeboden hapjes.
  9. Maak een flinke wandeling na de maaltijd.
  10. Vervang voeding nooit door alcohol.

 

Alcohol bevat ook calorieën naargelang van de restsuiker (4cal/gr) en het alcoholgehalte  (7cal/gr)

  Hoeveelheid Energie(kcal) Suikers(g) Alcohol(g)
Rode wijn 10cl 70 0,2 12
Droge witte wijn 10cl 70 0.6 12
Champagne 10cl 75 1.4 11
Pils 25cl 110 8 10
Trappist 33cl 230 14 24
Sterk blond bier 33cl 215 12 22
Sherry droog 5cl 60 1 8
Sherry zoet 5cl 70 3 8
Jenever jong 3 cl 60 0 8
Whisky 3 cl 70 0 10
Cognac 3cl 70 0 10
 

 

Bron: Belgische voedingsmiddelentabel, 5° editie, mei 2010

brood-en-wijn-1

 

Maar wat met alcohol en diabetes?

Alcohol remt de vrijzetting van glucose af ter hoogte van de lever  omdat die als primordiale rol heeft de toxische producten in ons lichaam te elimineren. Hierdoor ontstaat er een glucosegebrek en lage glycemie (bloedsuikergehalte).

Bij een niet-diabeet met een lage glycemie verlaagt de insulinesecretie in de pancreas (mogelijk stopt die zelfs) . Bij een diabeet  op orale medicatie is dit proces vertraagd en bij een diabeet die insuline spuit , verlaagt de insuline de glycemie onherroepelijk verder, met hypoglycemie tot gevolg.

Hypoglycemie is enorm risicovol tijdens het slapen maar ook bij het besturen van een auto (ook bij een normaal promille).

Daarom: combineer de alcohol steeds MET een maaltijd en eet bij het aperitieven een snack (brood …) Zo blijft de wijn een aangename begeleider van je maaltijd.

Indien geen hapjes voorzien zijn (bijvoorbeeld bij een receptie ), zorg dan zelf voor enige snacks voor je met de wagen rijdt of gaat slapen!

 

Behoudens dat fruitsap vitaminen en mineralen bevat , heeft het t.o.v. andere dranken weinig tot geen voordeel in zijn koolhydraten content.

In tegendeel : door gebrek aan vezels is de glycemische index  hoog.  Met het eten van fruit eet men de vezels nodig om bloedsuikerwaarden beter onder controle te houden..

Per 100 gr Cola Appel Appelsap Sinaasappel Sinaasappelsap
Koolhydraten 11 11.4 10.8 8.5 9.8
Energiewaarde 44 46 45 38 42
Vezels 0 1.5 0.2 1.6 0.3