Tijdens het jaar komt het er niet zo van om voldoende te bewegen en dus kiezen we voor een actieve vakantie. Doch plots meer bewegen heeft bij menigeen met diabetes al eens voor niet ingecalculeerde hypo’s gezorgd.

Om een hypo te vermijden zal de insulinedosering moeten worden aangepast en/of zullen extra koolhydraten moeten worden gegeten of gedronken. Hoeveel minder medicatie of meer koolhydraten nodig is, is moeilijk aan te geven. Daar het type sport, de duur, de intensiteit , de weersomstandigheden en de soort insuline een belangrijke rol spelen. Zelfcontrole en het opdoen van ervaring zijn hierbij onmisbaar.

Diabetes en actieve vakanties (skiverlof, berg wandelen, fietsvakantie, trektocht te paard, …) kunnen prima samen gaan. Het is daarbij wel belangrijk te letten op volgende zaken:

Ria Vanderstraeten
Sportdiëtist – Sports Nutrition Consultancy

Bewegen (dagelijks 30 minuten aan een matige intensiteit; met een maximum van 1 u) is ook voor een zwangere vrouw met diabetes een ideaal middel om de postprandiale hyperglycemie op te vangen. Zolang de hartfrequentie in de veilige zone blijft tijdens de inspanning, zijn wandelen, fietsen of zwemmen toegestaan.

Leeftijd Veilige ‘range’ hartfrequentie
< 20 jaar 140-155
20-29 jaar 135-150
30-39 jaar 130-145
> 40 jaar 125-140

Voldoende drinken en lichte kledij zijn aanbevolen omdat een lichaamstemperatuur van meer dan 38°C de groei van de foetus verstoort.

Ria Vanderstraeten

Sportdiëtist  – Sports Nutrition Consultancy

 

Bij intensieve sportbeoefening door mensen met diabetes kan een diëtist gespecialiseerd in diabetes en sport een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren en/of handhaven van een goede bloedglucoseregulatie voor, tijdens en na het sporten.

(Top)sporters met diabetes vragen een intensieve begeleiding waarbij verschillende strategieën worden uitgetest om de juist mix te vinden van koolhydraatinname en insulineaanpassingen. Daarbij is het niet alleen belangrijk te adviseren over de hoeveelheid en de soort koolhydraten, maar ook over het handhaven van een goede vochtbalans en het herstel na de inspanning (iets wat velen vergeten). Daarnaast is er ook nog het fenomeen wedstrijdstress, waar iedere sporter van enig niveau in meerdere of mindere mate mee te maken krijgt. Stress verhoogt de bloedsuikerspiegel. Het is belangrijk dat sporters en begeleiders weten welke invloed stress op de sporter heeft.

Daar bewegen een hoeksteen is van een doeltreffende preventie en de behandeling van diabetes zullen diëtisten de mensen met diabetes die ze begeleiden aanmoedigen om regelmatige fysieke actief te zijn. De diëtist geeft adviezen gericht op het verbeteren van de levensstijl en behouden van een gezonde en actieve levensstijl. Het aanpassen van orale antidiabetes medicatie/insuline op voeding en beweging en bij veranderende omstandigheden. Het is belangrijk dat mensen goed weten wat de invloed is van bewegen op hun bloedglucose en indien nodig afvallen om de regulatie te verbeteren. Zelf-monitoring tools zoals stappentellers en accelerometers kunnen nuttig zijn voor het bevorderen van lichamelijke activiteit, met name, bij type 2 diabetes.
Het lichaam reageert ook telkens anders als er een andere beweegvorm wordt beoefend. De reactie op tennis is niet gelijk aan deze op een fietstocht, een aantal baantjes zwemmen of een stevige stadswandeling. Hou daarmee rekening en laat mensen de invloed van verschillende beweegvormen onder begeleiding uittesten.
Bij mensen met diabetes en een sedentaire levensstijl kan het naar de markt gaan, de grote schoonmaak doen, verhuizen of een in de tuin werken al een serieuze bloedglucosedip veroorzaken.

Hypo’s herkennen
Een zware fysieke inspanning doet de glycemie dalen. Tevens verhoogt de doorbloeding van de weefsels tijdens inspanning wat leidt tot een versnelde insuline-absorptie. Voor mensen met diabetes is het dan van belang om een evenwicht te vinden tussen fysieke inspanning, stress, omgevingsfactoren en het afstemmen van de koolhydraatinname en de insulinetoediening.
Geadviseerd wordt om altijd de bloedsuiker voor het sporten en zeker niet te starten met een te lage bloedsuikerspiegel.
Het is, afhankelijk van de duur van de inspanning, aan te raden is om voor de start wat traag opneembare suikers (bijvoorbeeld een boterham of koek) te gebruiken. Een glycemie van rond de 180 mg/dl is over het algemeen veilig om te vertrekken.
Het is verstandig om 1 u na het sporten de bloedsuiker te controleren. De stresshormonen kunnen direct na het sporten een vertekend beeld geven van de glycemie. Onderzoek heeft uitgewezen dat het risico op een hypo tot 24 u na het sporten kan optreden; let dus goed op bij het afstemmen van maaltijden en insuline (ook de laatavondinsuline) na het sporten.

Ria Vanderstraeten
sportdiëtist  – Sports Nutrition Consultancy

error: Content is protected !!